De eerste fase van de bevalling is wat de meeste vrouwen omschrijven als 'weeën hebben'. Tijdens deze fase verstrijkt en ontsluit je baarmoedermond. Deze fase van de bevalling is de pijnlijkste, omdat je weeën steeds sterker worden en sneller na elkaar komen totdat je volledige ontsluiting hebt. Je gebruikt tijdens deze fase alle technieken die je tijdens je zwangerschapscursus hebt geleerd en je rekent op je partner om je te helpen focussen.
Als je voor pijnstilling kiest, krijg je deze tijdens de eerste fase van de bevalling toegediend. Bepaalde geneesmiddelen kunnen niet te dicht bij de geboorte worden gegeven. Je arts of verloskundige geeft je deze dan niet als je bijna de persfase ingaat. Zodra je baarmoedermond een diameter van 10 cm heeft bereikt, mag je beginnen persen.
De tweede fase van de bevalling is wanneer je je baby door het geboortekanaal perst en ter wereld brengt. Tijdens deze fase voelen de weeën anders aan en zorgen ze voor een sterke persdrang. Deze persweeën komen om de twee tot vier minuten en duren maximaal anderhalve minuut. Deze fase kan erg kort zijn of een uur duren. Twee uur is het maximum.
Tijdens de derde fase van de bevalling wordt de placenta geboren. Soms wordt een injectie gegeven om deze fase te versnellen, maar dat hoeft niet als je de placenta liever op natuurlijk wijze geboren laat worden. De geboorte van de placenta is niet pijnlijk, maar soms moet je nog wat meepersen.